Ruim dertig jaar na zijn dood komt de naam van George Ivanovitsj Gurdjieff (1866-1949) uit een achtergrond vol tegenstrijdigheden naar voren als een van de grote geestelijke meesters die in overgangstijden verschijnen in de geschiedenis van de mensheid. Gedreven door een scherp inzicht in de richting die door de hedendaagse beschaving is ingeslagen, stelde hij zich tot taak zijn tijdgenoten te confronteren met de noodzaak van innerlijke ontwikkeling waarom zij zich bewust zouden worden van de werkelijke betekenis van hun bestaan op aarde. Met de grote lijnen van zijn leven zijn de lezers van zijn werk vertrouwd geworden en wel zeer speciaal door zijn Ontmoetingen met bijzondere mensen.
Gurdjieff werd tegen het einde van de 19e eeuw geboren dicht bij de Russisch-Turkse grens. Onder invloed van zijn vader en van zijn eerste leermeesters begon hij zichzelf al heel vroeg te onderzoeken en te ondervragen en vervolgens zocht hij zonder aflaten naar mensen die hem de zozeer gewenste kennis zouden kunnen verschaffen. Gedurende een twintigtal jaren doorkruiste hij Centraal-Azië en het Midden-Oosten en vond hij er de levende bronnen van een schijnbaar verloren traditie terug.
Kort voor de Eerste Wereldoorlog was hij terug in Moskou waar hij leerlingen om zich begon te verzamelen. Tijdens de revolutie zette hij zijn werk voort, met een kleine groep leerlingen die hem volgden vertrok hij naar Essentoeki, vervolgens naar Tiflis, Constantinopel, Berlijn en Londen. Tenslotte vestigde hij zich in 1922 in Frankrijk in kasteel Le Prioré bij Fontainebleau en begon daar op tamelijk grote schaal zijn ‘Instituut voor de harmonische ontwikkeling van de mens'.
Na een eerste reis naar de Verenigde Staten in 1924 werd de uitvoering van zijn plannen onderbroken door een zeer ernstig auto-ongeluk. Nadat hij hersteld was besloot hij zich geheel aan het schrijven te wijden. Gedurende bijna tien jaar ging hij daarmee door en uit de periode dateren Beëlzebubs verhalen aan zijn kleinzoon, Ontmoetingen met bijzondere mensen en de aanzet tot een derde serie getiteld: Het leven is alleen echt wanneer ‘ik ben’.
Daarna richtte hij tot het einde van zijn leven al zijn werkkracht op intens werk met zijn leerlingen; gedurende de Tweede Wereldoorlog voornamelijk met hen die in Parijs waren en daarna met al degenen die uit de hele wereld naar Frankrijk waren gekomen om hem daar te hervinden. Hij overleed op 29 oktober 1949 in Parijs.
De in dit boek verzamelde aantekeningen hebben betrekking op enkele van de bijeenkomsten die vrijwel iedere avond rondom Gurdjieff plaatsvonden, onder welke omstandigheden en waar hij zich ook bevond. Deze teksten zijn niet letterlijk opgetekend; Gurdjieff stond zijn leerlingen nooit toe tijdens bijeenkomsten notities te maken. Het is een bijzonder gelukkige omstandigheid dat enkele vooruitziende toehoorders, begiftigd met een uitzonderlijk geheugen, zich hebben ingezet om naderhand te reconstrueren wat zij hadden gehoord.
Deze aantekeningen vormen geen werkelijke synthese van de door Gurdjieff ontwikkelde ideeën - die de lezer veeleer zal vinden in het magistrale werk van P.D. Ouspensky (1878 - 1947). Op zoek naar het wonderbaarlijke. Zij werden echter, hoe onvolledig zij ook mogen zijn, door allen die de bijeenkomsten hadden bijgewoond herkend als een zo getrouw mogelijke weergave van hetgeen zij hadden gehoord. Deze woorden hadden, ondanks hun ogenschijnlijke eenvoud, steeds het vermogen ieder tot het essentiële te wekken.
De verslagen, die het grootste deel van dit boek vormen, worden voorafgegaan door drie andere teksten van verschillende aard. de eerste, ‘Flitsen van waarheid - tevens de oudste, daterend van 1915 -, is het verhaal van een Russische leerling over zijn eerste ontmoeting met Gurdjieff, in de omgeving van Moskou vóór de revolutie. De beide andere, respectievelijk van 1918 en 1924, zijn lezingen die door Gurdjieff werden gehouden voor een groter publiek.
De Aforismen waarmee het boek wordt besloten, dateren uit de tijd van de Prieuré. Zij waren daar opgetekend op het doek boven de muren van het study House in een speciaal ontworpen alfabet dat alleen door de leerlingen kon worden ontcijferd.
JEANNE DE SALZMANN
Bron: Gesprekken met G.I. Gurdjieff