Valentinus over de opstanding, symposionreeks 10

Door André op do, 04/05/2018 - 09:20

 

Het Licht der wereld wordt niet gevonden in geschriften, teksten, hoe schoon ook; wanneer wij ons daaraan vastgrijpen dansenden we het licht alleen van horen zeggen; het zal moeten worden vrijgemaakt in levende mensen, in mensenharten, nu, in dit heden. Daarin lag de grootheid van Valentinus, iedere letter van hem getuigt daarvan. 

 

Het was de zendingen van de velen die na hem kwamen in de Pisces-era, en die, dikwijls onder zware verdrukking, hun bloed gaven voor de verwerkelijking van de Christus-essentie. De Mysteriën, zij zijn openbaar geworden en zij

stellen hun opgave aan en mensheid die nu de Aquarius-era binnentreedt. In de brief van Rheginos schrijft Valentinus:

 

“Want wij hebben de Zoon-des-Mensen leren kennen en wij hebben geloofd dat Hijs is opgestaan uit de doden, en hij is het van wie wij zeggen, dat hij de vernietiging van de dood geworden is.”

“Begrijp daarom niet ten dele, Rheginos, en leef niet naar dit vlees - ter wille van de Eenheid, maar bevrijd je uit de banden van de verdeeldheid en je hebt de opstanding al bereikt! Want hij die sterven zal en van zichzelf weet dat hij zal sterven - wordt - zelfs wanneer hij nog vele jaren in dit leven doorbrengt, toch naar de dood gevoerd? Wanneer je de opstanding hebt, maar j toch nog zult gedragen alsof je zult sterven - hij weet toch dat hij al gestorven is (naar de uiterlijke en vergankelijk wereld) - waarom anders dan vanwege je ongeoefendheid tolereer ik dat? Ieder moet zich (op vele wijzen) oefenen endij zal losgemaakt worden van de uiterlijke wereld, opdat hij niet zal dwalen, maar zichzelf ontvangt als degene die hij tevoren was.”

 

Valentinus geeft met deze woorden aan dat het gaat om een proces; een levenspraktijk van vallen en opstaan. Het is vooralsnog door zijn ongeoefendheid dat de leerling faalt. Hij verwart schijn en werkelijkheid, laat zich verleiden door de begoochelingen en de zuigkracht van de zintuiglijke wereld. Door nu zijn hart, zijn bewustzijn gericht te houden op wat zich innerlijk als een welriekende Roos ontvouwt in de verlichtende stralende kracht van de Gnosis, zal hij er procesmatig door worden opgetrokken, als de stralen door de Zon, hemelwaarts, zonder door iets weerhouden te worden!

 

Daarom schrijft Valentinus in het Evangelie der waarheid: 

“Zie toe op u zelf. Besteedt geen aandacht aan andere dingen, die u van u afgeworpen hebt. Keert niet tot uw uitbraaksel terug, om et weer op te eten. Wordt niet door de motten en wormen verteerd, want ge hebt dat reeds afgeschud. Weest geen woonplaats voor de duivel, want ge hebt hem reeds te niet gedaan.”

 

Bron: De bronnen van het innerlijke christendom, symposionreeks 10