Lezen

Gnosis is kennis, weten, doorgronden. Het is kennis van binnen, je eigen kennis, en kennis van jezelf. Een soort samenvatting van de oerwijsheid in je, die je laat zien hoe je leven nu is, en wijst naar een ander, oorspronkelijker vorm van leven, denken, voelen.

Valentinus, een belangrijke gnosticus uit de oudheid zegt het zo: Gnosis is wat ons vrij maakt, de kennis van wie wij waren en wat wij geworden zijn, waar wij waren en waarin wij geworpen werden, waarheen wij gaan en waarvan wij verlost worden, wat geboorte is en wat wedergeboorte.

... gaat uit van de ondeelbare samenhang tussen God, Kosmos en Mens. Uitgangspunt is het principe ‘Zo boven, zo beneden’. God drukt zich uit in de wereld of de Kosmos (‘als zijn zoon’), en in de mens (‘als zijn kleinzoon’, zegt Hermes). De Mens weerspiegelt in zich de wereld, die zich als een (micro)kosmos vormt rond een vonk of vlam van zuivere Geest, die goddelijk en onaantastbaar is.

Verloren ben ik in mijzelf, ik weet niet meer vanwaar ik kwam. Ik was een dauwdrop uit de zee, ik ging ten onder in de zee. Ik was een schaduw in het begin, gevallen op de aarde. Maar toen de zon verscheen werd ik onzichtbaar. Geen teken van mijn komst is er, van heengaan weet ik niets. Het was, lijkt het, maar een moment: ik kwam en ik ging heen. Farid al-Din Attar (ca 1145-1220)

De mooiste zin volgens Asghar Seyed-Gohrab in de boekrecensie in Trouw van 20 mei 2015 n.a.v. zijn laatste boek Soefisme. Een levende traditie